Vaarwel, NL: Met je gezagsgetrouwe media gaat het alleen maar slechter

August 18, 2025

Vaarwel, NL: Met je gezagsgetrouwe media gaat het alleen maar slechter

Tabe Bergman

Je kent me niet, maar dit is vaarwel.

Precies gezegd: dit is mijn laatste artikel over de Nederlandse journalistiek en daarmee het einde van mijn bescheiden bemoeienis met de publieke zaak.

De afgelopen vijftien jaar heb ik een proefschrift geschreven over de Nederlande journalistiek, uitgegeven als een boek. Ook heb ik een stuk of tien academische artikelen en hoofdstukken gepubliceerd over hetzelfde onderwerp.

Daarvoor rondde ik de School voor Journalistiek in Utrecht af en werkte onder meer als lokale verslaggever in Noord-Holland en buitenlandredacteur bij de Associated Press en Novum Nieuws.

Nu voelt het eindelijk genoeg. Dat werd tijd. Ik woon al bijna twintig jaar niet meer in Nederland en mijn interesses zijn veranderd. Nederland is geschronken in mijn hoofd tot het vrijwel verdwenen is. Ik woon dicht bij Shanghai, dat al meer inwoners heeft dan Nederland. Tegenwoordig leer ik liever over geld en centrale banken dan de mierenneukerij in Den Haag en de gezagsgetrouwe weergave daarvan in de pers.

Het doel van dit artikel is om voor de laatste keer te zeggen: dit zijn de fundamentele problemen met de Nederlandse media, met name wat betreft de buitenlandverslaggeving of anders gezegd: oorlog en vrede – dood en leven.

De geschiedenis mag zich dan wel niet herhalen, maar ze rijmt wel vaak, zei Mark Twain. Soms wordt het erger, had hij eraan toe kunnen voegen. Dat lijkt me het geval met de Nederlandse journalistiek.

Voortbordurend op een bekend patroon hebben de westerse grootmachten in de 21ste eeuw een indrukwekkend lijstje bij elkaar gesteld van misdadige buitenlandse inmenning. Denk Afghanistan, Irak en Syrië.

Momenteel zijn het Oekraine en Gaza waar het Westen bewust de hand leent aan frequente misdaden. Zoals gewoonlijk lopen de Verenigde Staten voorop. Trouw gevolgd door het Verenigd Koninkrijk, met zijn kleine helper, Nederland, daar weer kruiperig achteraan.

Het is de taak van de journalistiek om de macht kritisch te volgen. Voortbordurend op haar eigen bekende patroon heeft de Nederlandse journalistiek dit keer op keer nagelaten.

Een vooraanstaande deskundige, professor Cees Hamelink, meent dat de Nederlandse media het wat betreft de verslaggeving over Israel recentelijk niet slecht hebben gedaan. Nou goed, we hebben het dan ook over een van de meest openbare misdaden van de eeuw.

Maar de verslaggeving over Rusland en het conflict in Oekraine? Ongeveer zo handlangerig als je zou verwachten op basis van de gezagsgetrouwe geschiedenis van de Nederlandse journalistiek. Maar dan een tikje erger. Bijvoorbeeld, over de wijze waarop de Volkskrant over de Nord Stream-explosies schreef, concludeerde ik het volgende in dit boek:

The reporting and commentary in de Volkskrant on who blew up Nord Stream contained two main features. One, the newspaper emphasized that it was not known who blew up the pipelines. Two, the newspaper initially designated Russia the most likely culprit before suddenly switching to Ukraine, in lockstep with media “revelations” based on anonymous Western intelligence sources. In other words, de Volkskrant reported and commented on the issue in virtually perfect concord with the West’s shifting public relations campaign. Initially, when the gas had not even fully escaped from the pipelines, NATO politicians said, suggested or implied that Russia was most likely responsible, and the newspaper concurred. When [journalist Seymour] Hersh accused the US, the newspaper covered his story belatedly and drew the focus to Hersh’s detractors and his supposedly derailed career.

 

De Irak-leugens op herhaling

Een van de eerste academische artikelen die ik schreef over de Nederlandse media ging over de verslaggeving in de aanloop naar de inval van Irak in maart 2003. Je kan altijd nuances vinden, maar de conclusie is duidelijk. De Nederlandse kranten (De Telegraaf, NCR Handelsblad en de Volkskrant) schreven alsof die massavernietigingswapens ook echt bestonden. Er was ook veel lof voor Colin Powell’s speech bij de Verenigde Naties. Alsof hij maar ook iets bewees.

De Washington Post en de New York Times waren later tenminste nog zo professioneel om publiekelijk te erkennen dat ze het verkeerd hadden ingeschat. Er waren geen massavernietigingswapens in Irak, hoewel het Witte Huis dit steevast had volgehouden. De kranten waren voor het bedrog van het Witte Huis gevallen. Our bad. De Nederlandse media vonden een mea culpa blijkbaar niet nodig.

De terugblik op de oorlog in 2011, toen de Amerikanen hun soldaten officieel terugtrokken uit het vernietigde land, was in de Nederlandse media nog een tikkie meer bevooroordeeld ten gunste van de lezing van Washington en dus Den Haag dan in 2003.

Het volgende is voor mij nog een reden om de Nederlandse media niet meer te onderzoeken: de uitkomst is voorspelbaar. Elke keer opnieuw luisteren ze aandachtig naar het ministerie van buitenlandse zaken. Die versie domineert de berichtgeving. De Nederlandse journalistiek functioneert primair als een doorgeefluik van overheidspropaganda.

Hier en daar kan je inderdaad soms een tegengeluid kan lezen. Dat noemen journalisten professionaliteit. Zo kunnen ze hun handen in onschuld wassen en rustig slapen gaan.

Echter, het is een perverse versie van belangrijke waarden als ‘balans’ en ‘neutraliteit’ om onderaan een artikel de ontkenning te citeren van een regering die iedereen met goede reden niet vertrouwt. Journalisten zouden pas hun werk doen als ze voornamelijk vertrouwden op onafhankelijke experts die met bewijs en argumenten de officiële versie van de waarheid ondermijnen.

De vermeende gasaanvallen in Syrië: verschillende setting, hetzelfde verhaal. De officiële versie domineert de Nederlandse kwaliteitskranten, terwijl er op die versie heel wat af te dingen is. Je wordt moe van het jezelf herhalen.

Niet dat Nederland uniek is. In alle westerse landen zie je dit patroon. Dat is geen verrassing, want het Nederlandse medialandschap is over het algemeen op dezelfde wijze ingericht als in de rest van het Westen.

Okay, waarschijnlijk zijn de Nederlandse media een paar tikkies beter dan de Amerikaanse, hyper-commerciele media, bijvoorbeeld wat betreft Israel. Dat is niet iets om trots op te zijn.

 

De communicatiewetenschappen falen

Er was een korte tijd, in de beruchte jaren ‘70, waarin een klein aantal communicatiewetenschappers in Nederland een werkelijk kritisch geluid liet horen. Dat verdween snel weer.

Een van weinigen die zijn integriteit behield was professor Cees Hamelink. Zie dit interview voor een mooie samenvatting wat betreft er allemaal mis is met de Nederlandse communicatieweteschappers en journalistiek. En zie dit artikel van mij voor een analyse van de ideologische en methodologische problemen met de academische studie van de journalistiek aan Nederlandse universiteiten.

Andere kritische stemmen – Jaap van Ginneken en Teun van Dijk – verdwenen in de loop der tijd naar het buitenland. Geen toeval.

Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Je kop niet boven het maaiveld uitsteken. Het moet wel gezellig blijven. Hoe langer ik in het buitenland woon hoe meer ik besef dat die wijsheden iets belangrijks uitdrukken over de Nederlandse cultuur, namelijk een diepgebakken conformisme.

Hoezo problemen? Het gaat toch goed met ons?

 

Onbescheiden conclusie

Terugkijkend op mijn onderzoek denk ik dat voor iedereen die wil weten hoe de Nederlandse journalistiek functioneert en waar ze faalt, mijn werk een soliede startpunt vormt. Het legt de politieke en economische grondslagen van de media-industrie uiteen en geeft een kritisch overzicht van de mediageschiedenis.

Mijn werk levert ook een aantal case studies wier conclusies overeenkomen met de verwachting dat een ‘objectieve’ journalistiek op commerciele grondslag zal berichten vanuit het perspectief van de elites. Ook leg ik uit hoe de communicatiewetenschappen hebben gefaald. Oftwel, de informatie die de structurele problemen met de Nederlandse journalistiek onthult, is voor iedereen met een internetverbinding beschikbaar.

Een waarschuwing. De ‘mainstreamers’ zullen ongetijfeld zeggen dat ik overdrijf. Dat de journalistiek uiteraard fouten maakt, maar dat we in Nederland nog steeds een vrije en kritische pers hebben. 

Integendeel. Waarschijnlijk onderschat ik in mijn werk hoe vervlochten de journalistiek is met de macht. Ik heb me bijvoorbeeld nooit verdiept in de informele banden tussen overheid en vooraanstaande journalisten. Hoeveel van hen werken in het geheim voor de AIVD?

We weten dat hoofdredacteuren vaak nieuws uit de publiciteit houden op verzoek van autoriteiten. Welke verhalen nooit naar boven zijn gekomen, dat is uiteraard onbekend.

Andere onderzoekers zouden het politiek-economische framework dat ik heb geschetst kunnen updaten en meer empirisch en kwalitatief bewijs kunnen aanleveren, meeschrijvend met de misdaden die westerse regeringen ongetwijfeld zullen blijven begaan.

Ten slotte.

In de loop der jaren hebben een paar mensen uit Nederland contact met me opgenomen om over de journalistiek te praten. Hier wil ik een van hen opvoeren: journalist Eric van de Beek. Hij denkt voor zichzelf en verricht de inspanning die nodig is om de waarheid te benaderen. Zoek hem op online als je wil weten hoe een echte journalist eruit ziet.

Wat mij betreft: ik woon er niet meer – fysiek noch mentaal.

Bye.

Tabe Bergman is universitair hoofddocent in de journalistiek aan de Xi’an Jiaotong-Liverpool Universiteit (XJTLU) in Suzhou, China.

 

Peace through Dialogue

 

 

Donate Now

Your one-off or monthly donation makes a big difference!

Follow us

Follow us on YouTube, Instagram, Twitter, and Facebook

Collaborate

Interested in collaborating or volunteering?

Share this page

More Articles

Visit our socials

It's time to get involved

Your contribution will support the process of dialogue and help conflicting parties to de-escalate, understand, and resolve their conflicts together.